
Degen
Wanneer? Nieuwe tijd, rond 1675
Waar? Vollenhove, Voorpoort
Lengte: gebogen ruim 60 cm
De degen is van ijzer en heeft een heftbeschermer en eindknop van koperlegering. Het heft bestaat uit een houten kern en is spiraalsgewijs omwikkeld met metaaldraad. De heftbeschermer is versierd met bloemenmotieven en menselijke figuren. Op de heftbeschermer bevinden zich textielresten. Ook de pommel (eindknop) is versierd. De kling (het steekgedeelte) van de degen is in het verleden onklaar gemaakt door deze dubbel te vouwen. Gevonden bij een archeologisch onderzoek in 2014.

Tabaksdoos
Wanneer? Nieuwe tijd, 18de eeuw
Waar? Beulake, verdronken dorp
Afmeting: lengte 17,5 cm en breedte 4,4 cm
Deze koperen tabaksdoos komt uit het verdronken dorp Beulake. De deksel is versierd met een landschap met herderin, schapen en een trompetspeler en het volgende opschrift: ‘O soete herderin, mijn hart mijn vrolijk weese geniet ik, maar U gunst soo was mijn pijn geneese’. Ook op de twee zijkanten staan spreuken: ‘Wie leeft ter Nu ter teijt die het wel gaat onbeneijt’ en ‘Vrintschap te toone sonder gunst, dat is een aart van judas kunst’.

Pot Trechterbekercultuur
Wanneer? 3500-2800 voor Chr.
Waar? Steenwijk, De Eese
Hoogte: 15,5 cm
Deze pot komt mogelijk uit het verdwenen hunebed bij de Eese. Hij staat op zes voetjes en de hals en schouder zijn voorzien van een versiering van puntjes: horizontale lijnen en rechthoekige tot vierkante blokken. De puntjes zijn grotendeels nog gevuld met een witte substantie. Men denkt dat het misschien pasta van botten is, maar het kan ook een substantie van een plant zijn geweest.