In het dorpje Colmschate, ten oosten van Deventer, verrezen in de jaren ’70 tal van nieuwbouwwijken. Een opgraving uit 1984 staat nu, bijna veertig jaar later, weer in de belangstelling.
Tijdens het ongeveer dertig jaar durende bouwproces werden door amateurarcheologen vele waarnemingen verricht. Zo ontdekte de heer J. Stanlein in 1982 een inheems-romeins crematiegraf in een bouwput. Dit graf werd door hem opgenomen en gemeld, maar gaf verder geen aanleiding tot een veldonderzoek.
In 1984 ontdekte dezelfde verkenner meerdere crematies en vondsten in een serie net uitgegraven bouwputten, die honderd meter verder van de eerste vondst lagen. Toen duidelijk was geworden dat hier een Germaans grafveld lag, werd in allerijl een opgraving georganiseerd. Begravingen uit de Romeinse Tijd zijn zeldzaam in Overijssel. In een aantal grafkuilen is als bijgift Romeins aardewerk terechtgekomen.
Isotopenonderzoek
Reden voor Maura de Coster, onderzoeker Isotope archeology aan de Universiteit van Amsterdam, om middels isotopenonderzoek na te gaan waar deze mensen vandaan komen. Maura onderzoekt de crematieresten in het kader van het Limes project. “Isotopenonderzoek op menselijke resten geeft een nieuw perspectief op de Limes, omdat we voor het eerst de mobiliteit van mensen kunnen onderzoeken.”
Over het Limes project
Dit project gaat over grenzen, in het bijzonder over de grens van de Romeinse Rijk in Nederland, de zogeheten Nedergermaanse Limes; we onderzoeken niet alleen hoe deze in de oudheid invloed had op migratie en de import van goederen en gewassen, maar ook hoe deze grens tot vandaag de dag zichtbaar wordt gemaakt als cultureel erfgoed en hoe het ons hedendaags denken over grenzen beïnvloedt.
Lees hier meer over het isotopen onderzoek van Maura de Coster.
Header afbeelding: Grenzen van het Romeinse Rijk in 80 AD. Bron: Wikimedia/Cristiano64