Het bronzen zwijntje, opgegraven in Heeten, mag zich met een grote meerderheid van publieksstemmen ‘De Vondst van Overijssel’ noemen. Tijdens een feestelijke bijeenkomst in Hengelo op de Overijsselse Archeologiedag maakte gedeputeerde Roy de Witte de Vondst van Overijssel bekend.
Neem bijvoorbeeld de vuurstenen bijl uit Almelo. Er was waar vakmanschap nodig om dergelijke bijlen te maken. Rond 3000-4000 v.Chr. had men nog geen metaal, dus werd van een vuursteenknol eerst een ruwe vorm gemaakt om dit daarna te slijpen door steen op steen te ketsen. Een verkeerde tik en je kon de bijl weggooien, omdat deze niet meer bruikbaar was. Er wordt vaak veel afval (afslagen) van vuursteen gevonden, maar weinig voorwerpen.
“Felicitaties aan de gelukkige vinders en de gemeente Raalte. Een prachtig, uniek stuk dat vermoedelijk stamt uit Gallië in de Romeinse tijd, 150 jaar na Christus.”, aldus een enthousiaste gedeputeerde De Witte. “Als provincie vinden we het belangrijk dat het verhaal van Overijssel wordt verteld. Het is ons gezamenlijke verleden.”
In Overijssel worden veel archeologische voorwerpen gevonden. Zonder uitzondering vertellen deze vondsten een bijzonder verhaal. De provincie wilde met deze verkiezing een groter publiek kennis laten maken met de vondsten uit Overijssel. Vandaar de publieksprijs. Inwoners mochten daarom zelf bepalen wat ze de meest bijzondere vondsten van Overijssel zijn. Dat werd dus Het Zwijntje uit Heeten, gevolgd door het Zwolse Zwaard en het Leren Masker uit Kampen. Het winnende beeldje wordt nu als bokaal geproduceerd: een exacte 3dscan van het beeldje wordt als 3d print aangeboden.
De verkiezing startte een maand geleden met 75 vondsten, drie uit elke gemeente in Overijssel. De vondsten zijn persoonlijk geselecteerd door provinciaal archeoloog Suzanne Wentink op uniekheid, op het verhaal erachter of de locatie van de vondst. Alle vondsten blijven hier te bekijken.